Kinderen, het is de laatste ure

1 Johannes 2:18

De aanhef voor dit artikel “Kinderen, het is de laatste ure;” wordt door apostel Johannes geschreven met betrekking tot de openbaring van de antichrist (1 Joh. 2:18). Deze deed zich reeds in de eerste gemeente kennen in hen die afvielen van het Christelijk geloof. Gedurende het gehele genadetijdperk heeft de antichrist zich vertoond. Maar hij zal zich in het bijzonder en wel in zeer hevige mate manifesteren aan het einde der genadebedeling. Dit wordt ons duidelijk beschreven in 2 Thessalonicensen 2. Apostel Paulus schrijft daar dat de wederkomst van de Heer Jezus niet eerder zal plaatsvinden dan nadat de antichrist zich zal hebben doen kennen in de grote afval van het Christelijk geloof.

De zesduizend jaren vanaf het begin van het menselijk geslacht zijn inmiddels voltooid. (Eerste tijdperk: tweeduizend jaren vóór het Verbond van God met de mens – de periode van Adam tot Abraham; tweede tijdperk: tweeduizend jaren van het Oude Verbond – de periode van Abraham tot Jezus Christus). En nu wij alweer in het jaar 2023 leven, is de voleinding van het derde tijdperk bijna ten einde. Het betreft de periode tussen de eerste en tweede komst van de Heer Jezus, het genadetijdperk. Wij vinden in de Schrift in het Oude Testament vele typen van Christus en Zijn Koninkrijk; onder meer dat de zes scheppingsdagen en de zevende dag ons aanwijzen dat er zesduizend jaren van zwoegende arbeid voor de mens zullen zijn; maar dat met de zevende dag – als het zevende duizendtal van jaren – de Sabbat der wereld aanbreekt, het duizendjarig vrederijk. (Gen. 2:1-3, Ex. 10:10, Lev. 23:6 en Openb. 20:6).

Zo duurt het genadetijdperk inmiddels tweeduizend jaren. En zoals apostel F.W. Schwartz verklaart in Het Boek voor onze Tijd, is het derde tijdperk onderverdeeld in zeven tijdvakken van ongeveer driehonderd jaren. (Zie kort overzicht van de zeven tijdvakken; BvoT, 5e druk, blz. 785-792). En wij leven aan het einde van het zevende tijdvak. Wij kunnen met zekerheid stellen dat de Heer Jezus spoedig staat te komen. Maar de dag weten wij niet. Want hier tegenover staat het woord van de Heer Jezus in Matthéüs 24 vers 22: “En zo die dagen niet verkort werden, geen vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil zullen die dagen verkort worden.” Wij weten dus niet de dag noch het uur waarin de Zoon des mensen zal wederkomen. De mens is ook niet gerechtigd de dingen te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft (Matth. 24:36, Mark. 13:32).

WAAKZAAM
Daarom heeft de Heer Jezus ons er met nadruk op gewezen dat wij waakzaam moeten zijn (Mark. 13:33-37). Wij moeten letten op de tekenen der tijden opdat de dag des Heren ons niet zal overvallen (Matth. 24:3-14, Luk. 12:35-40, 1 Thess. 5:4). De uitspraak van de Heer, dat geen vlees behouden blijft, als de tijd niet ingekort wordt, doet ons vermoeden dat de laatste tijd voor de kinderen van God niet gemakkelijk zijn. In Lukas 18 vers 8 vraagt de Heer Jezus of de Zoon des mensen nog het geloof zal vinden als Hij wederkomt: “Doch de Zoon des mensen, als Hij komt, zal Hij ook geloof vinden op de aarde?” Die vraag doet ons denken dat er in de eindtijd maar weinig waarachtig Christelijk geloof zal worden gevonden.

Toch treffen wij nog altijd mensen aan die trachten het Christelijk geloof te verkondigen en hier naar te leven. Hierbij hebben wij wel op te letten op de waarachtigheid en zuiverheid daarvan, geheel naar de Schrift moet het Christelijk geloof zijn. Want de Heer Jezus heeft in Zijn rede betreffende de toekomst van de Zoon des mensen gezegd: “Alsdan, zo iemand tot ulieden zal zeggen: Ziet, hier is de Christus, of daar, gelooft het niet. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan.” (Matth. 24:23-25).
In onze tijd is de ontchristening zeer groot. Vele kerken zijn reeds gesloten of worden verkocht door gebrek aan belangstelling voor de dingen der eeuwigheid. Apostel Petrus schrijft dat in de laatste dagen spotters zullen komen die naar hun eigen begeerlijkheden zullen wandelen en zeggen: “Waar is de belofte Zijner toekomst? Want van dien dag, dat de vaders ontslapen zijn, blijven alle dingen alzo gelijk van het begin der schepping.” Door ongeloof zien zij echter het feit voorbij, dat de oude wereld, eenmaal door de zondvloed is ten onder gegaan (2 Petr. 3). En dat door de komst van Christus alles anders is geworden.

EERST DE AFVAL
De onverschilligheid en goddeloosheid onder de mensen nemen met de dag toe; de misdaden, ontevredenheid en zelfzucht vertonen een sterk stijgende lijn. En als wij met menigeen spreken, dan zegt men, met een bezorgd gezicht: “Waar moet de wereld naar toe?” De Heer Jezus sprak daarover in Zijn woord over de tijd van het einde “Als de zee en watergolven groot geluid zullen geven; En den mensen het hart zal bezwijken van vrees en verwachting der dingen, die het aardrijk zullen overkomen.” (Luk. 21:25b en 26a).
Zoals de zee bij hevige stormen geweldig te keer kan gaan, zo zal ook de volkerenzee onder verschillende toestanden heftig heen en weer geschud worden. De wederkomst van Christus om Zijn bruid van de aarde weg te nemen zal niet eerder geschieden dan nadat de antichrist zich duidelijk heeft doen kennen. Dit getuigt apostel Paulus, en hier is voor ons een duidelijke aanwijzing dat, voor de Heer wederkomt, eerst de mens der zonde, de zoon des verderfs, zich als tegenstander zal verheffen boven al wat God genaamd of als God geëerd wordt. Eerst moet hij in de tempel Gods als een God zitten, zichzelf vertonende dat hij God is. Hier wordt hij ons ten voeten uit getekend (2 Thess. 2:3 en 4).

Zo zal het dus zijn: God onttroond en de mens op de troon. Immers, God wordt geloochend, en de mens als hoogste openbaring van de wereldziel is God geworden: De mens, als hoogste openbaring van al wat leeft, deze mens klimt op vanaf zijn woonplaats de aarde zelfs tot de maan en andere planeten. En de tijd nadert dat hij als een God zal zitten in de tempel. Het Bijbelboek Openbaring hoofdstuk 13 deelt ons mede dat men voor het beest een beeld zal maken. Wat dit betekent kunnen wij begrijpen als wij weten dat de gemeente van de Heer (de Kerk) het beeld is van Christus (Éfeze 4:12). En om de antichrist geheel te maken als de tegen-Christus, wordt het beeld van het beest ook een geest gegeven, zodat hij ook zal spreken (1 Joh. 4:3, Openb. 13:5).

In Daniël 7 vers 8 wordt hij ons voorgesteld als een kleine hoorn die gaandeweg zijn metgezellen ging overtreffen. En in deze hoorn waren ogen als mensenogen en een mond die grote dingen sprak. Dat zijn dan de verkondigers van de leer van de antichrist. En wat deze verkondigt wordt ons medegedeeld in vers 25 van dit laatst genoemde Bijbelgedeelte, namelijk: “En het zal woorden spreken tegen den Allerhoogste, en het zal de heilige der hoge plaatsen verstoren, en het zal menen de tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in deszelfs hand overgegeven worden tot een tijd, en tijden, een gedeelte eens tijds.” (Dan. 7:25).

Uit deze laatste mededeling merken wij op, dat de tijd van de antichrist uit drie perioden zal bestaan: een aanlooptijd, een tijd van het hoogtepunt van zijn macht en ten derde een snelle afloop naar zijn einde. Welnu, de aanlooptijd is reeds zichtbaar in de grote afval van het Christelijk geloof. Maar de tweede periode, de volheid waarin hij zich straks zal gaan ontplooien kan niet eerder geschieden dan dat “die daarvan nog wederhoudt, zal weggenomen zijn” (1 Thess. 4:16 en 17). Die hem wederhoudt is de bruid van Christus. En dan zal de ongerechtige geopenbaard worden (2 Thess. 2:7 en 8). Naar des Heren belofte zal de bruid van de Bruidegom, Jezus Christus, door Hem van de aarde opgenomen worden en bewaard blijven voor de grote verdrukking, het woeden van de antichrist. Die belofte staat opgetekend in Openbaring 3 vers 10: “Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op aarde wonen.” De Heer zal Zijn bruid dus spoedig opnemen, want de woorden van apostel Johannes: “Kinderen, het is de laatste ure” is de tijd waarin wij leven, het is de eindtijd voor de komst van Christus. En over de tijd van het einde heeft de Heer Jezus ook gezegd: “En omdat de ongerechtigheid vermenigvuldigd zal worden, zo zal de liefde van velen verkouden. Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.” (Mattheüs 24:12).

Geve de Heer Zijn bruidsgemeente de goede en wettige strijd te strijden, totdat Hij komt!

Schrijf u in om berichten in uw emailbox te ontvangen

Door op 'Inschrijven' te klikken gaat u akkoord met de Privacyverklaring.